De Stoomtram Oldenzaal-Denekamp via Rossum

DE STOOMTRAM

De aanleg van de tramlijn Denekamp – Oldenzaal in het jaar 1902 door de gemeente Weerselo via Rossum en Volthe bracht een grote verandering in het plaatselijk vervoer. Voor de komst van de tram waren de mensen hoofdzakelijk aangewezen op koets en wagen, terwijl  “de lopende zaken” uiteraard  te voet werden afgelegd. Vooral de bewoners van de buurtschappen Rossum en volthe waren ingenomen met de nieuwe tramweg en maakten van dit vervoermiddel een druk gebruik. ult brieven en mededelingen van die tijd blijkt dat er heel  wat vergaderingen moesten worden gehouden voordat alle betrokken partijen het eens waren  over  de wijze van totstandkoming van deze locale tramlijn.stoomtram

Ze werd bij de wet van 1 januari 1901 verklaard dat het algemeen nut vorderde dat ten name van de Nederlands-Weltfaalse Stoomtram Maatschappij te Oldenzaal, gronden moesten worden onteigend in de gemeenten Weerselo, OIdenzaal en Denekamp, voor de aanleg van deze tramlijn. Genoemde Maatschappij liet dus deze nieuwe tramlijn aanleggen.

Op 13 mei 1901 werd door de Burgemeester van Weerselo, de  eerste bekendmaking van de aan te leggen tramlijn aan de inwoners van Weerselo ter kennis gebracht.

In deze bekendmaking werden belanghebbenden opgeroepen om voor de ingestelde Commissie te verschijnen om  eventuele bezwaren in te kunnen brengen betreffende de aanleg van de tramweg over Weerselo’s grondgebied.

De Commissie samengesteld uit de heren W.J. van Dedem. G. Jannink en  Mr. J.M. van Voorst tot Voorst, bijgestaan door Ingenieur F. Bauke van Rijkswaterstaat hield op 29 Mei  1901 zittíng in een locaal te Rossum, doch er verschenen geen personen voor dit College met bezwaren tegen de aanleg van de tramweg.  Evenmin werden er schriftelijke bezwaren ingediend bij de Commissie. De bevolking van de buurtschappen Rossum en Volthe waren het dus wel eens met het plan voor de aanleg van de tramlijn, want zij maakten geen bezwaar tegen de onteigening van de benodlgde grondpercelen.

Burgemeester F. van Sonsbeek was echter wel verschenen in het locaal waar de zitting werd gehouden en merkte op, dat noch uit de beschrijving van de aan te leggen lijn, noch  uit de kaart bleek dat in de gemeente Weerselo, stopplaatsen of halten waren ontworpen. Hij verzocht de commissie dat deze alsnog zouden worden vastgesteld. De commissie,de juistheid der opmerkingen van de Burgemeester erkennende, ondersteunde dit verzoek.stoomtram

Nu er geen verdere bezwaren bleken te zijn tegen de aanleg van de tramweg, kon spoedig met de betreffende werkzaamheden worden begonnen. Het project trok veel belangstelling van de Weerseloërs.  In een brief d.d. 22 meí 1902 van Burgemeester en Wethouders aan de Minister van Waterstaat te rs-Gravenhage schrijft dit College;

dat zij met verlangen uitzien naar het tot stand komen van de stoomtramlijn Denekamp – Oldenzaal  welke ruim één uur gaans door de gemeente Weerselo zal- lopen en waardoor ruim één derde van deze gemeente zal worden gebaat.

Dat voor de aanleg wier lijn door de drie gemeenten OldenzaaL, Weerselo en Denekamp gedurende twintig jaar een jaarIijkse subsidie is toegezegd.

Dat genoemde lijn van belang is voor de gemeente Weerselo,wier inwoners door de aanleg van deze tramlijn besparing van tíjd, moeite en geld zullen verkrijgen, wijl dan aan het station Rossum gelost kunnen worden de kunstmeststoffen en voederartikelen, die ieder jaar van 25 tot 30 wagons bedragen en thans van het station O1denzaal per as langs slechte zandwegen voor veel geld moeten vervoerd worden.

Besparing dus van tijd en vrachtgeld dat thans 40 cent per  100 KG bedraagt.

Dat daardoor de inwoners van verschillende buurtschappen in hun  roomboterfabriek “De Eendracht”, voordeel genieten doordat dan a1le brandstoffen voor de fabriek en ook de ver-werkte boter ten bedrage van ruim 30.000 Kilogram per tram kunnen worden af- en aangevoerd.

Uit deze positieve reacties valt dus op te maken dat de stoomtram in een behoefte voorzag. Klik hier om de brief in te zien.

Op 19 juIi 1903 werd de nieuwe tramlijn in gebruik genomen die de verbinding vormde tussen Denekamp, Weerselo en Oldenzaal.stoomtramstoomtram

Langs de tramlijn binnen de gemeente Weerselo waren twee stopplaatsen aangebracht.  Een halte te Rossum en één halte in de buurtschap Volthe. Het ging er nogal gemoedelijk toe met dit nieuwe vervoermiddel.

Op 17 Oktober 1903 waren de halteplaatsen nog onverlicht. Burgemeester van Sonsbeek wenste hierin verandering te brengen en merkte in een brief aan de Directie van de tramweg maatschappij op dat er nogal een direct gebruik gemaakt werd van de tram en dat de halte in Rossum midden op de heide stond en elke verlichting miste. De burgemeester besluit zijn brief dan met het verzoek van de Maatschappij om bij genoemde halte een lantaarn te willen plaatsen op die avonden, a1s er geen maanlicht is. Die goede oude tijd.

Een zeer bescheiden man, deze Weerselo5e burgemeester  want hij vraagt alleen om kunstlicht als er geen maanlicht is. Klik hier voor het collegestuk

Oudere Weerseloërs  herínneren zich nog heel goed dat er vooral in de eerste jaren een druk gebruik werd gemaakt van de tram. De machinist keek niet op een minuut en stopte wel even als hij op de heide bij de tramlijn een paar rennende figuurtjes zag, die door het bekende Weerselose kwartiertje geplaagd, te laat bij de halte dreigden aan te komen. Grote snelheden werden niet gehaald door de tram, die luid bellend door het  wi jdse landschap reed. Zo gebeurde het eens dat tíjdens de rit een jeugdige reiziger uit de coupé wipte, naar een struik langs de baan rende en vervolgens nog kans zag op de laatste treeplank te springen en weer mee reed. De conducteur was van deze sanitairè stop er niet kapot van en trok evenmin aan de noodrem.

dienstregeling

dienstregeling

Behalve passagiers, vervoerde de stoomtram ook vrachtgoederen, levende dieren en zelfs lijken. Dit staat tenminste uitvoerig omschreven in een door de Tramweg Mij. uitgegeven dienstregeling uit de jaren 1903 en 1904.

Deze eenvoudig uitgevoerde dienstregeling was natuurlijk geen modern spoorboekje, zoals wij ze thans kennen  maar er stonden we1 merkwaardige voorschriften 1n te lezen. Een enkele reis van Rossum naar Denekamp kostte 30 cent en een enkele reis van Rossum naar Oldenzaal 15 cent.stoomtram

Dan waren er nog tarieven voor abonnementen ten behoeve van jongelieden van beiderlei kunne tot de leeftijd van 19 jaar. Een dergelijk abonnement werd verleend voor een maand, voor zes maanden en zelfs voor een jaar. Per maand kostte de reis van Rossum naar Denekamp zes gulden; voor zes maanden f 27,30 en    voor een jaar f 40,80.  Om de 1e dienstregeling te zien:klik hier

Goederenvervoer werd berekend per stukgoed of per wagon. De vrachtprijzen voor levende dieren werd als volgt berekend; Een paard of een stier 89 cent. Een koe een os of een ezel  63 cent. Een varken, kalf of een geit 32 cent. Een schaap of een lam 16 cent. In de oude dienstregeling van de Tramweg Mij. Staan verder nog merkwaardige voorschriften vermeld betreffende het vervoer van lijken. Het was bepaald dat op zon- en algemeen erkende Christelijke  feestdagen lijken  slechts na overleg met de tramwegdienst werden aangenomen. Het vervoer van drie of vier  lijken geschiedde  tegen de vrachtprijs die voor 5000 kilogram stukgoederen waren berekend. Bij vervoer van meer dan vierlijken in één  wagon was voor elk lijk meer, een vierde van eerstgenoemde  vrachtprijs verschuldigd.

Als we deze dienstvoorschriften  lezen schijnt het dat er vroeger meer aandacht werd besteed aan het vervoer van doden dan van levenden

Er staat ook  nergens vermeld hoe de lijken moesten worden vervoerd. Misschien in het bagagerek. We weten het niet. Over  kisten of ander verpakkingsmateriaal voor al die lijken, wordt evenmin in de dienstvoorschriften gerept.

De oude stoomtram die  velen van ons door de velden van Rossum en Volthe hebben zien rijden, heeft in de loop der jaren moeten wijken voor het  moderne wegverkeer. In het jaar 1938 werd de lijn opgeheven.

personeel tramdienst

personeel tramdienst

En in de tweede wereldoorlog sloopten de Duitse bezetters her gehele baanvak, terwijl de ijzeren rails en andere materialen over  de grens werden weggesleept om  te dienen als grondstoffen voor de oorlogsvoering  van het derde rijk. Als laatste herinnering aan deze  tramweg zijn nog twee geheel  verweerde haltehuisjes in Rossum en Volthe bewaard gebleven, en zijn thans als schuur of bergplaatshuur of bergplaats in gebruik.  De romantiek van het puffende. trammetje in het wijdse landschap behoort voorgoed tot het verleden.

tekst, foto’s en bijlagen uit het archief van Henk Kollen

(overname alleen met toestemming van Heemkunde Weerselo)