Zondag 5 juli 2015
De jaarlijkse vlinderexcursie werd dit jaar opnieuw gehouden op Het Holthuis. We begonnen op de hoek Oude Postweg/Knollenveldweg. Vorig jaar zagen we hier zoveel soorten en aantallen dat we hebben besloten dezelfde plek nog een keer te bezoeken. De vlinderexcursie stond voor de middag gepland, maar vanwege de voorspelde hitte in de namiddag is deze vervroegd naar de ochtend. Het is al warm, ca. 24 graden. Na een onweersbui vroeg in de ochtend komt de zon er nu steeds vaker door. Dit is ook wel belangrijk voor de vlinders. Omdat ze koudbloedig zijn, moeten ze zich opwarmen in de zon. We zijn met ons zessen. We lopen een bospad af met veel open plekken, waarna we op een dwarspad komen met daarlangs een bomenwal. Aan de overkant daarvan ligt een grasland, gescheiden door een rijk begroeide sloot wat ideaal is voor veel vlindersoorten.
Aan het begin van het pad heeft een paard iets laten vallen, gunstig voor de grote weerschijnvlinder die aangetrokken wordt door de mineralen in de paardenpoep. Misschien zien we deze wel op de terugweg. Op een paar zonnige open plekken: bont zandoogje, klein geaderd witje en groot koolwitje. Wat verder een vlinder in een mooie glijdende vlucht. Aan de vlucht te zien kan dat alleen de kleine ijsvogelvlinder zijn. Een vlinder met een mooie roetzwarte grondkleur met witte banden aan de bovenzijde. De onderkant is kastanjebruin met witte en zwarte vlekken. We zien er een stuk of tien deze ochtend. Hier ook twee vlinders die om elkaar heen vliegen de hoogte in. Geen paringdans, zoals enkelen van ons denken, maar territorium gedrag. De indringer wordt uiteindelijk verjaagd.
Jacques Gerard, onze gids, vertelt dat Landschap Overijssel tijdens een inventarisatie 45 soorten dagvlinders heeft waargenomen. Er zijn de laatste jaren weer enkele soorten afgevallen, waaronder de kommavlinder en de argusvlinder. De oorzaak is klimaatverandering, droogte en versnippering. De veldparelmoervlinder is in Nederland ook uitstervend. Hiervan is ook de klimaatverandering de oorzaak. Ze zitten namelijk graag in een strooisellaag, maar door de snelle grasgroei in het voorjaar warmt de strooisellaag niet genoeg op. Er zijn ook positieve ontwikkelingen te noemen: de keizersmantel wordt steeds vaker waargenomen. Deze zwerver komt over vanuit Duitsland. Als we uit het bos op het dwarspad lopen, zien we weinig vlinders. Volgens de Vlinderstichting komt het nog goed deze zomer. Door het koude voorjaar is alles een week of drie later. We zien het ook aan de planten die hier vorig jaar al bloeiden, deze bloeien nu nog niet. Wel zien we hier het bruin zandoogje en het koevinkje. Op de terugweg zien we nog het groot dikkopje en de gehakkelde aurelia.
Wanneer we bij de auto terug zijn en de balans opmaken, kijken we terug op een mooie ochtend maar vallen de soorten en aantallen toch behoorlijk tegen. Vorig jaar telden we twintig soorten, nu komen we niet verder dan 8. Volgend jaar hopelijk weer meer. Jacques wordt bedankt voor zijn deskundige leiding.
Marcel Grunder