Excursie 24 september 2017
Wandeling Agelerbroek.
Agelerbroek behoort samen met Voltherbroek en Achter de Voort tot een Natura 2000 gebied.
Tussen de stuwwallen van Ootmarsum (de Kuiperberg) en Oldenzaal (met o.m. de Tankenberg) ontstond een grote kletsnatte laagte. Het kwelwater sijpelde vanuit de flanken van de stuwwal naar beneden. Door een ondergrond van kalkrijke leem, bleef de grondwaterstand hoog. Dit zorgde voor een milieu waar veel plantensoorten goed op gedijen.
Natuurlijk is er in al die jaren veel verstoring opgetreden. Het kanaal werd 100 jaar geleden dwars door het gebied gegraven. De bewoners van het gebied ontgonnen het gebied door met sloten het water af te voeren en werden hooilanden gevormd.
Achter de Voort is een eiken/ haagbeukenbos van maar 12 ha. Het herbergt in dit kleine stukje vele soorten voorjaarsbloeiers als de slanke sleutelbloem en gulden boterbloem. Vandaag vielen de knaloranje bessen van de gevlekte Aronskelk op tussen het groen, toen we hierlangs kwamen op weg naar ons vertrekpunt. Op de kruising Rossumerstraat/ kanaalweg parkeren we de auto of fiets. Na een korte uitleg over het gebied gaan we van start. We proberen onderweg stil te zijn om de geluiden tot ons te laten komen. En de planten langs de kanaaldijk op te merken, zoals het echte knoopkruid, walstro, vlasbekje, muizenoor, ringelwikke, scherm havikskruid en grote klis. Met dank aan Anton die nauwkeurig kijkt en vergelijkt in zijn trouwe determinatieboek. Dank je wel.
Waar de beek onder het kanaal door loopt gaan we het bos in, lopend langs de beek over de dijk zien we in het water Fonteinkruid, en Sterrekroos. Watermuur staat langs de kant, naast enorme wilgen.
Halverwege komen we in een blauwgrasland. Dit wordt zo genoemd door de blauwe waas, voornamelijk door de blauwe zegge die er volop groeit, die over het veld ligt.
Enkele stukken zijn niet gemaaid en afgevoerd. Hier zitten vele wespenspinnen in hun web. Hun jongen hebben ze mooi verpakt. Het coconnetje lijkt op de zaaddoos van de papaver. Daaromheen hebben ze een heel web omheen gespannen. Vaak in de uitgebloeide stengels van de blauwe Knoop, ook het knoopkruid staat ertussen. Verder zien we tormentil, wilde bertram, kale jonker en gewone wederik.
We maken de oversteek naar de Hunenborg. Daar is onlangs alles gekapt om het oorspronkelijke vestingwerk weer zichtbaar te maken. In de 11e of 12e eeuw was de Hunenborg een burcht van een aarden wal. Een vluchtplaats voor bewoners uit de buurt met hun vee. Het is een beetje vreemde gewaarwording als je daar staat. Er staat een stam in het midden met alleen jonge adelaarsvarens rondom. Je kunt je bijna niet voorstellen dat het toen een grote vlakte met alleen moeras was.
Teruglopend langs het kanaal horen we het winterkoninkje tjakken. De kleine vuurvlinder wordt opgewarmd door de zon en vliegt de laatste bloemen af. Net als de gehakkelde aurelia die zijn prachtige kleuren toont. Vooral als Toon hem even vasthoudt. De zonnige kanaalzijde is een mooie biotoop voor het grasklokje, zandblauwtje en zelfs de zwolse anjer.
De zon op ons gezicht en een kop koffie in het vooruitzicht, wat wil een mens nog meer.
Jozefien Scholten.