Terwijl de gemeente van mijn vader voor bijna 100% bestond uit boerengezinnen, kwam daar begin jaren ’50 verandering in toen Henk Kollen als wachtmeester der Rijkspolitie naar Weerselo kwam. Voor zover ik mij herinner vond hij met zijn gezin eerst tijdelijke huisvesting in het voorhuis van de boerderij van Ter Keurs (tegenover de Vicarie). Later woonden zij in het achterste woninkje van de 2-onder-1-kap waar nu in de woning aan de stiftskant een B&B is gevestigd. Later verhuisden zij naar een ruimere woning aan de Abdijweg naast waar nu een tankstation is.
De Kollens kwamen uit Hengelo en waren gereformeerd. Door de afstand en het miserabele openbare vervoer was het niet goed mogelijk voor hun om de band met hun gereformeerde gemeente in Hengelo aan te houden dus zochten zij aansluiting bij de NH gemeente Weerselo. De kerkelijke hereniging tot PKN kwam pas 50-60 jaar later, maar daar konden de Kollens niet op wachten.
Henk Kollen was voor ons gezin een soort link met de buitenwereld. Vanuit zijn ervaringen als politieman kon hij de mooiste verhalen vertellen. Ik zie hem nog door het dorp fietsen, kaarsrecht op zijn dienstfiets, strak in het uniform met laarzen en al. Hij vertelde eens dat hij wel eens in burger een ommetje reed door de omgeving, maar hij bleef natuurlijk politieman en liet zijn scherpe blik over het landschap gaan. Maar vanwege zijn houding op de fiets zagen de stropers hem al op een kilometer afstand aankomen en waren weg.
Voor veel kinderen is een politieman iemand om bang voor te zijn. Zo niet voor ons, Henk Kollen was voor ons de GVR, de Grote Vriendelijke Reus die avond aan avond dagblad Trouw in de brievenbus kwam stoppen als hij de krant uit had. Mijn ouders lazen het Dagblad van het Oosten, maar voor het landelijke nieuws was Trouw een welkome aanvulling.
Die band werd nog dieper door een tragische gebeurtenis in het gezin Kollen. Hun eerste kind, Tijmen, kreeg op jonge leeftijd kinderkanker, een tumor achter een oog. Talloze operaties en behandelingen in het Ooglijdersgasthuis in Utrecht volgden. Uiteindelijk werd het oog geamputeerd om de tumor weg te kunnen nemen, maar niets mocht baten, Tijmen kwam al snel te overlijden. Na zijn overlijden konden Henk en Fenna het niet loslaten. Avond aan avond zagen wij ze na het avondeten over het Stift naar het kerkhof wandelen om het grafje van Tijmen te bezoeken. De Kollens hebben mij voorgeleefd wat trouw is.