Paddenstoelenexcursie op landgoed Egheria, 6 oktober 2024

Dennenvlamhoed

De excursie start dit jaar op de parkeerplaats achter hotel-restaurant De Grote Zwaan, Bentheimerstraat 21 de Lutte. Als we om 8:30 u beginnen met lopen zijn we met z’n tienen. Zoals gewoonlijk is Marianne Oude Tijdhof onze gids. Zij zal ons wegwijs proberen te maken als wij vanaf ingang Middelkampweg met onze hoofden omlaaggaan richting de grond en onze ogen speuren naar de vruchtlichamen van de schimmels die wij paddenstoelen noemen. We zullen op 63 soorten opmerkzaam worden gemaakt, dus veel te veel om hier te bespreken. We pikken er een paar opvallende uit en als u per se wilt weten hoe ze allemaal heten moet u naar de site van de vereniging heemkunde oalde gemeente weersel zoeken onder het kopje natuur, waar ook de verslagen en lijstjes van eerdere excursies te vinden zijn.

 

Fraaisteelmycena

Volgens de Nederlandse Mycologische Vereniging zijn er alleen al in ons landje 8500 soorten paddenstoelen, maar er zijn nog veel meer soorten schimmels die helemaal geen paddenstoelen vormen, zoals de schimmels op uw lijf. Die schimmels ziet u niet maar ze zijn er wel en op uw bovenarm is dat weer een ander type dan in uw oksel of op uw teennagels. Toch zult u nooit meemaken dat u ’s morgens wakker wordt en u een paddenstoel op uw arm ontdekt. Het is maar een beperkte groep schimmels die vruchtlichamen vormt.

 

 

Al wat leeft moet eten, de bomen en struiken waar we onder lopen, de schimmels onder onze voeten dus ook. Van dat eten ga je groeien, vorm je blad, een stam, maar dat blad valt elk jaar op de grond en ook de meest stevige boom legt vroeg of laat het loodje, en dat al duizenden, miljoenen jaren. Toch komen we niet om in de troep. Daarvoor hebben de schimmels gezorgd die we opruimers noemen. Dat is verreweg de grootste groep. Maar je hebt ook een stel schimmels die niet aarzelen een levende boom aan te vallen en parasieten genoemd worden. Een derde groep lost het probleem hoe aan eten te komen op door hun spijsverteringsstelsel te delen, de zogenaamde symbionten. Bijna alle boleten horen bij die groep en die vind je dus altijd in de nabijheid van bomen. Ook alle melkzwammen zijn symbiotisch, en daarvan vonden we tijdens de excursie zes verschillende soorten. Ik noem er twee van: de grijsgroene melkzwam en de kaneelkleurige melkzwam. De eerste kom je uitsluitend tegen onder beuken, terwijl de tweede alleen te vinden is bij eiken, Dit om aan te geven dat elke schimmel zo zijn eigen specifieke voorkeuren heeft. We zagen ook de purperrode russula en die zul je alleen maar vinden onder sparren. We kwamen nogal wat parasiterende schimmels tegen in Egheria. Ik noem de porseleinzwam die we op beukentakken zagen zitten, en die wanneer ze jong zijn en het zonlicht erop valt onwaarschijnlijk mooi zijn. De tonderzwam is ook een parasiet, je komt hem het hele jaar tegen, met een duidelijke voorkeur voor verzwakte loofbomen als berk, beuk en populier. Ik hoop dat u de kostgangersboleet niet hebt gemist, want die is echt zeldzaam. Die wij zagen was jammer genoeg niet meer zo heel fraai, maar ik haal hem naar voren omdat hier iets bijzonders te zien is: hij parasiteert niet op een boom of struik, maar hij valt een schimmel aan, een soortgenoot dus, een aardappelbovist, waarvan we er op onze tocht flink wat tegenkwamen. Marianne laat ons zien hoe het kostgangersboleetje de bovist beschadigt: de bovist waarop hij groeit kan zijn sporen niet meer verspreiden, ze zijn nat en plakken aan mekaar.

Kleverig koraalzwammetje

Laten we tenslotte nog bij een paar opruimers stilstaan, die ook wel saprotrofe schimmels genoemd worden, en die zoals gezegd verreweg de grootste groep vormen. Zij eten wat hun voor de voeten komt, dus ook een dood dier, braakballen, hondenpoep. Maar allereerst toch vind je hun schimmeldraden in humus en het grove strooisel daarbovenop, in dode takken en stammen, in afgestorven kruiden en grassen, in wat dan ook, maar deze schimmels zijn niet in staat om levend weefsel te koloniseren. In mijn onkunde dacht ik dat deze jongens het lichtere werk doen, maar het Basisboek Paddenstoelen van de Nederlandse Mycologische Vereniging wijst mij terecht. Ik citeer: “Het belang van saprotrofe schimmels in de natuur kan moeilijk overschat worden. In het algemeen zijn dode plantenresten namelijk moeilijk afbreekbaar. Dat geldt zowel voor dood blad en dode naalden als voor dood hout, doordat het voor een groot deel uit lignine (houtstof) bestaat. Schimmels zijn in feite de enige organismen die met enige efficiëntie lignine kunnen afbreken en zijn daarmee een cruciale schakel in de koolstof- en zuurstofkringloop op aarde.” Petje af dus voor deze op het eerste oog ordinaire opruimers. Ik kan het niet laten nog een paar paddenstoeltjes te noemen omdat je die allereerst niet elk jaar te zien krijgt en verder omdat het altijd leuk is wanneer iemand uit de groep zo kien is ze op te merken. Dat gebeurde zondag bijna op het einde. Iemand zag onder wat rommel en takken het gestreept nestzwammetje. In nestvormige bekertjes zie je eivormige lichaampjes liggen, peridiolen geheten. Het zwammetje meet maar 1,5 cm hoog en je moet echt opmerkzaam zijn om die waar te nemen, Het roestbruine kogelzwammetje, in elk bos te vinden is ook zo’n dingetje om te missen. En het klein sierlijk zwammetje dat naar de naam wit oorzwammetje luistert, hoort ook in deze categorie thuis. Je vindt ze op dode takjes met z’n uitstaande waaiervormige lamellen. Tot slot noem ik nog het stobbezwammetje, niet omdat je er makkelijk overheen kijkt, maar omdat die eetbaar zijn en makkelijk verwisselt kunnen worden met het bundelmoskopje dat ook vrij algemeen voorkomt en dat dodelijk giftig is.

Porseleinzwam

Als ik boven bij de parasitaire schimmels woorden gebruikte als agressief en aanvallen, zegt dat iets over mezelf en niet iets van de schimmelsoort: al wat leeft doet zijn ding omdat zijn natuur dat zo wil. Een torenvalk die een duif slaat is niet in staat zich te bedenken en de duif een kopje thee aan te bieden: dat kan alleen in de prachtige boekjes van Toon Tellegen. Alleen mens is daartoe in staat. En als alles normaal was verlopen deze excursie zou bij de afsluiting van de excursie lekkere koffie met iets lekkers klaargestaan hebben, een mooie traditie, maar Toon was ziek!

Antoon van der Vring