Voorjaarsexcursie in het Samerrott
Voor de voorjaarsexcursie gaan we dit jaar naar het Samerrott net over de grens in Duitsland. Dit bos ligt in de gemeente Samern ten zuidoosten van Schüttorf. Het is een bos met eik en haagbeuk op een voedselrijke vochtige bodem van keileem. Het staat bekend om zijn soortenrijke voorjaarsflora.
We vertrekken (een week later dan gepland) met 15 mensen, dit in vanwege de lang aanhoudende winter. Door de weersomstandigheden kan twee a drie weken verschil in de bloei van planten ontstaan. We starten met de wandeling aan de zuidkant, anders dan normaal. De reden is dat we uit betrouwbare bron hebben vernomen dat er een café-restaurant met parkeerplaats ligt waar ze heerlijke koffie met Kuchen serveren.
We beginnen met de wandeling achter het restaurant waar een soort van pad richting een uitloper van het bos loopt. Wat we hier zien begint geweldig. De bosbodem is wit van de bosanemonen. Geweldig mooi. Er zijn een paar kleine kinderen bij die een zoekkaart met foto’s om de nek hebben, gemaakt door de ouders. Ze beginnen gelijk aan te vinken welke soorten ze zien. Een leerzame bezigheid. Omdat we anders zijn begonnen dan gepland is het even zoeken naar de route die is uitgezet. Dit is niet erg, want al struinend door het bos zien we allerlei planten zoals: speenkruid, zenegroen, look zonder look, bingelkruid, slanke sleutelbloem en muskuskruid. Eenmaal op de route maken we een rondje van vier á vijf kilometer door het bos. Op enkele plekken zijn we in het verleden ook al geweest. Op het primulaveldje zoals wij dit noemen, staan weer honderden slanke sleutelbloemen te bloeien. Waarschijnlijk hebben ze vorige week nog in knop gestaan. Het lijkt hier wel een sprookjesbos. Een eind verder steken we de Toddenweg over. Dit is een stuk van de oude handelsweg van Osnabrück naar Deventer, die dwars door het bos loopt. Vroeger werd de weg gebruikt door marskramers die met een mand op de rug liepen om elders hun waar aan te bieden. Veel bomen langs de weg zijn gekapt. Er is trouwens overal in het bos veel gesnoeid. Dit gebeurt allemaal in overleg met de eigenaren, want het bos is gemeenschappelijk bezit. We staan onderweg geregeld stil om te luisteren naar vogelsoorten, we horen: grote bonte specht, middelste bonte specht, boomklever, tjiftjaf, boomkruiper, tuinfluiter, zwartkop, vink en buizerd. We lopen nu richting de Rabenbaum. De eeuwen oude boom staat er niet meer, maar nog wel overblijfselen die eraan doen denken. Onderweg ernaar toe ruiken we de uiengeur al van de daslook ook al bloeien ze nog niet. De reden is dat er enkele mensen in veldje staan te oogsten, voor in de tuin of in de salade. Ook staan hier veel schedegeelsterren. We komen hier weer op de Toddenweg, waar we even rondkijken naar de vele planten die er bloeien en natuurlijk moeten er nog enkele foto’s voor het verslag worden gemaakt. Hier zien we planten zoals: gele dovenetel, eenbes, klein hoefblad, schaafstro en enkele stinsenplanten zoals de gevlekte aronskelk en holwortel. De kinderen rusten nog even uit voor het laatste stukje van 1,5 km. Als we dan het bos uitkomen lopen we langs een struweel naar het restaurant, waar we door het opwarmen van de zon nog enkele vlinders zien als de dagpauwoog, citoenvlinder, landkaartje en het bont zandoogje. Eenmaal op het terras is het genieten van de zon en de koffie met Kuchen. Ook de kinderen genieten, ze voelen hun zere benen even niet meer.
Marcel Grunder